Handreiking cruciale zorg helpt inventarisatie vraag en aanbod ggz

telraam

Sinds vele jaren kampt de ggz met lange wachtlijsten. MIND vraagt al lange tijd om inzichtelijk te maken wat nu precies het zorgaanbod is en in hoeverre deze aansluit bij de zorgvraag. Wachtlijsten ontstaan namelijk niet alleen door een tekort aan plaatsen maar bijvoorbeeld ook omdat sommige gespecialiseerde zorg niet beschikbaar is of omdat zorgverzekeraars met aanbieders geen contracten hebben afgesloten. Deze maand is nu eindelijk een begin gemaakt: de Nederlandse ggz heeft met diverse partijen, waaronder MIND, een zogeheten Handreiking cruciale zorg opgesteld. Hiermee kan de inventarisatie in de regio’s van vraag en aanbod in de ggz daadwerkelijk starten.

Overzicht noodzakelijk om te sturen

MIND is blij dat gestart wordt met de inventarisatie. Met dit overzicht wordt beter inzichtelijk waar de knelpunten liggen en waarop gestuurd moet worden. In mei 2022 stuurden we naar aanleiding van diverse sluitingen in de ggz een brandbrief (samen met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie) naar minister Helder waarin we pleitten voor regulering en borging van specifiek zorgaanbod door de Rijksoverheid en voor de invoering van een ‘zorgeffectrapportage’ in de besluitvorming bij een voorgenomen sluiting in de ggz. Vorig jaar beaamde minister Helder al in de uitzending van het televisieprogramma Pointer op 4 september 2022 dat het totaaloverzicht aan behandelplekken in de ggz ontbreekt en dat dit er zo snel mogelijk moest komen.

Inventarisatie in de regio

Om het gesprek tussen alle belanghebbenden – cliëntenorganisaties, aanbieders en financiers – beter te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de (boven-)regionale / landelijke capaciteit aan cruciale ggz in kaart gebracht wordt. Dit moeten leiden tot een overzicht over wát (welk ggz aanbod) er waar (in welk deel van het land) wordt geboden of nodig is. Alle partijen die bij het Integraal Zorgakkoord betrokken zijn, hebben hiervoor de Handreiking cruciale zorg opgesteld. MIND heeft het IZA niet getekend maar is vanwege het cliënten- en naastenperspectief wel gevraagd om input te leveren. De komende maanden gaan alle regio’s met de handreiking aan de slag om het zorgaanbod en de zorgvraag in kaart te brengen. In juni dit jaar worden de regionale overzichten gebundeld en zullen deze gebruikt worden voor de zorginkoop voor 2024.

Bron: Mind

 

Nieuwe visie Huisartsenzorg voor patiënten met psychische problematiek

In de nieuwe visie ‘Huisartsenzorg voor patiënten met psychische problematiek’ beschrijven we de rol van de huisartsenzorg in de zorg voor mensen met psychische klachten en wat er nodig is om deze rol goed te kunnen uitvoeren. De essentie: psychische huisartsenzorg moet bovenal huisartsenzorg blijven. De visie is gezamenlijk ontwikkeld door InEen, LHV, NHG en psyHAG.

Huisartsen en POH’s-ggz verlenen een groot deel van de psychische zorg in Nederland. Deze zorg staat echter onder druk, onder andere door de toegenomen vraag naar psychische zorg en de afgenomen capaciteit bij ggz-aanbieders. Huisartsen en POH’s-ggz raken overbelast door de zorg voor patiënten met te zware problematiek voor de huisartsenzorg, die niet in de ggz terecht kunnen.

Huisartsen en poh’s-ggz moeten zich kunnen inzetten op waar zij goed in zijn: het verlenen van die psychische zorg die past binnen de huisartsenzorg. Samenwerking met en goed kunnen verwijzen naar de ggz en het sociaal domein zijn hierbij cruciaal.

Psychische huisartsenzorg moet huisartsenzorg blijven

De huisartsenpraktijk is bij uitstek geschikt voor de eerste beoordeling en diagnostiek bij psychische problematiek. Ook de behandeling van milde psychische klachten en eenvoudige veelvoorkomende psychische stoornissen vindt in de huisartsenpraktijk plaats. Overige zorgtaken (zoals de behandeling van complexe problematiek of het bieden van overbruggingszorg bij wachttijden) horen niet thuis in de huisartsenzorg. Huisartsen mogen (en moeten soms) dus nee zeggen tegen oneigenlijke taken om de basis huisartsenzorg te kunnen blijven bieden aan patiënten die in de huisartsenpraktijk behandeld kunnen worden.

Meer ondersteuning door Regionale Huisartsen Organisaties

De Regionale Huisartsen Organisaties (RHO’s) kunnen een grotere rol vervullen in de samenwerking tussen huisartsenpraktijken, ggz en sociaal domein. Zo kunnen huisartsen hun RHO vragen om regionaal samenwerkingsafspraken met de ggz-aanbieders te maken, zodat verwijzen en samenwerken beter gaat verlopen. Denk aan afspraken over bereikbaarheid en op- en afschalen van zorg.

Beschikbare ggz voor wie het nodig heeft

De capaciteitsproblemen binnen de ggz hebben gezorgd voor lange wachttijden en soms zelfs ontoegankelijke specialistische zorg. Huisartsen dragen ook bij aan het verminderen van de wachtlijsten, bijvoorbeeld door voorlichting, mogelijkheden voor zelfzorg aan te reiken en patiënten bij sociale problematiek te wijzen op hulp in het sociale domein. De huisartsenzorg kan helpen om psychische problematiek die bij het leven hoort, zoals bijvoorbeeld ongecompliceerde rouw, niet onnodig te medicaliseren.

In de visie staat beschreven wat er nodig is om de zorg voor de patiënt goed te kunnen bieden:

  • Meer ggz-capaciteit voor patiënten die wel verwezen worden
  • Mogelijkheden voor huisartsen om 24/7 direct overleg te hebben, zeker bij spoed, met de behandelaars in de ggz (analoog aan de somatische zorg)
  • Snellere intakes (< 4 weken) en advisering door ggz-aanbieders
  • Actieve en snelle overname van hoofdbehandelaarschap door de ggz

Van theorie naar praktijk

De visie beschrijft een toekomstbeeld van de huisartsenzorg voor patiënten met psychische problematiek. Het doel van de landelijke huisartsenorganisaties (InEen, LHV, NHG en psyHAG) is dat dit toekomstbeeld realiteit wordt. We zullen dan ook gezamenlijk optrekken in het uitwerken en toepassen van deze visie, zowel binnen de huisartsenzorg zelf als in de samenwerking met regionale en landelijke partijen op het gebied van ggz en sociaal domein. Passende financiering vormt hierbij een randvoorwaarde voor succes.

Bekijk de visuele samenvatting hier: https://www.lhv.nl/wp-content/uploads/2022/11/Visual_Visie-huisartsenzorg-psychische-problemen_def.pdf en de gehele visie hier: https://www.lhv.nl/wp-content/uploads/2022/11/Definitief-Visie-Huisartsenzorg-voor-patienten-met-psychische-problematiek.pdf

 

Op de wachtlijst van de ggz, wat kan je doen?

“Ik sta al maanden op de wachtlijst voor behandeling in de ggz. Ik wil graag weten of er ook afspraken zijn over een maximum wachttijd?”

Wanneer je op een wachtlijst komt te staan voor behandeling door een ggz-instelling of door een vrijgevestigde psycholoog of psychiater zijn er regels voor een maximum wachttijd. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben afspraken gemaakt over maximaal aanvaardbare wachttijden per zorgsector. Dit worden ook wel Treeknormen genoemd. Het gaat hierbij om wachttijden voor niet spoedeisende hulp. Als je spoedeisende hulp nodig hebt, dan kun je direct terecht.

De Treeknormen (afspraken die zorgaanbieders en verzekeraars met elkaar hebben gemaakt over de maximaal aanvaardbare wachttijden in de zorg) voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zijn als volgt:
•    Aantal weken tussen moment dat je belt en de eerste afspraak (intake): 4 weken
•    Aantal weken tussen de eerste afspraak en start behandeling: 10 weken
Ook dient de ggz-instelling of vrijgevestigde praktijk aan te geven of er bij een bepaalde diagnose sprake is van een wachttijd die langer is dan de gemiddelde wachttijd.
GGz-instellingen maar ook vrijgevestigde psychologen en psychiaters zijn verplicht om de wachttijden per hoofdaandoening op de website te plaatsen en maandelijks centraal te laten registreren. Je kunt deze gegevens inzien op http://www.kiezenindeggz.nl 

Wat kun je doen als je moet wachten?

  • Je kunt jouw zorgverzekeraar vragen om bemiddeling voor een plek. Jouw zorgverzekeraar heeft een zorgplicht.
  • Als je lang moet wachten, kun je bij de zorgaanbieder informeren wat de mogelijkheden voor wachttijdbegeleiding zijn. Zeker na de aanmelding (intake) zijn er vaak mogelijkheden om al te starten met bijvoorbeeld digitale hulp of een wachtgroep.
  • Op de website www.wegvandewachtlijst.nl vind je tips en adviezen over wat je kunt doen als je op een wachtlijst staat.
  • Je kunt ook een regionale cliëntenorganisatie zoals een zelfregiecentrum  benaderen voor ondersteuning. Op de website van MINDAtlas  kun je zoeken naar een organisatie bij jou in de buurt.
  • Je kunt altijd een keer met de hulpverleners van MIND Korrelatie bellen. Zij kunnen overbruggingshulp bieden van 1 tot 5 gesprekken.
  • Indien je langer dan de Treeknorm moet wachten en en de zorgverzekeraar kan je niet helpen, dan kun je dit ook melden bij het meldpunt van de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza).